Beleidsregel Innovatie stimuleert passende zorg
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) staat voor goede, toegankelijke en betaalbare zorg voor iedereen in Nederland. Innovatie is noodzakelijk om te zorgen dat mensen ook in de toekomst toegang hebben tot goede en betaalbare zorg. De Beleidsregel Innovatie voor kleinschalige experimenten van de NZa geeft zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars de ruimte om in 3 jaar tijd te onderzoeken of een innovatie de prijs/kwaliteitsverhouding van de zorg verbetert. Willemien Alting is beleidsmedewerker en projectleider van de beleidsregel Innovatie bij de NZa en vertelt er meer over.
Waarom de Beleidsregel Innovatie?
Zorginnovatie is hard nodig, vindt Willemien. “We móeten de zorg anders organiseren, willen we in de toekomst de zorg toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit houden.” De beleidsregel geeft zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgkantoren de ruimte om te experimenteren met zorg die nog niet binnen onze regelgeving te bekostigen is. Het doel van het experiment is te onderzoeken of de innovatieve zorgprestatie de zorg beter, goedkoper en/of efficiënter maakt.
Bij innovaties denk je al gauw aan productinnovaties of een nieuwe behandeling. Maar innovaties kunnen ook gericht zijn op een andere organisatie van zorg, of een andere financiering van zorg. De experimenten die momenteel lopen zijn dus heel divers.
Hoe bevordert de regel de samenwerking tussen zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar?
“De rol van de NZa is een faciliterende”, legt Willemien uit. “Wij bieden de beleidsregel maar verder is onze rol heel beperkt. Dat vind ik eigenlijk het mooie ervan. Wij controleren de experimentaanvraag natuurlijk op een aantal onderdelen. Zo kijken wij of het in onze regelgeving niet al mogelijk is om de innovatie te bekostigen en of de informatie die wij vragen daadwerkelijk in de aanvraag zit. Maar de zorgverzekeraar en aanbieder bepalen wat er in de experimentaanvraag komt te staan. Ze moeten echt die samenwerking opzoeken. Bij experimentaanvragen waarbij het experiment gefinancierd wordt vanuit de Wlz controleren wij de experimentaanvraag wél inhoudelijk vanwege een maximum bedrag dat aan Wlz-experimenten uitgegeven mag worden. Wij zijn momenteel met het ministerie van VWS in gesprek om dit bedrag te verhogen.”
Gaat het om een tijdelijke regeling?
De regeling is structureel, de NZa is continu op zoek naar nieuwe mogelijkheden om het innovatieproces te faciliteren. Willemien: “Deze beleidsregel maakt juist het kleinschalige mogelijk: bekijk eens wat het oplevert met één zorgverzekeraar en één zorgaanbieder. De kracht is dat de zorgaanbieder en de verzekeraar samen bepalen hoe groot ‘kleinschalig’ is; zij bepalen namelijk of en hoeveel zorgaanbieders en verzekeraars zij bij het experiment willen laten aansluiten.”
Voorbeelden van experimenten
Willemien: “We zien steeds meer experimenten waarbij passende zorg centraal staat. In een aantal experimenten ligt de focus echt op gezondheid in plaats van op ziekte. Een belangrijk element van passende zorg is dat de zorg samen met en rondom de patiënt tot stand komt. Het experiment transmurale palliatieve zorg met passende bekostiging is hier een mooi voorbeeld van. In dit experiment wordt de zorg sectoroverstijgend georganiseerd. De Beleidsregel is erg geschikt voor dergelijke sectoroverstijgende experimenten, ik hoop de komende jaren meer van dit soort experimentaanvragen te zien. En ook maakt de Beleidsregel juiste zorg op de juiste plek mogelijk: het voorkomen, verplaatsen en vervangen van zorg zien we in vrijwel alle experimenten terug. Zoals experimenten met anderhalvelijnszorg, en experimenten waarbij het doel is ouderen langer in hun eigen huis te laten wonen. Of telemonitoring via zelfmeet-apparatuur en apps.
Een mooi voorbeeld van telemonitoring is het experiment Luchtbrug: een online astmakliniek voor kinderen. Een kind met astmatische klachten hoeft niet meer naar het ziekenhuis te komen en school te onderbreken, maar vult thuis online de maandelijkse vragenlijsten in. Zorgverleners gebruiken deze data om meer persoonsgerichte zorg te kunnen verlenen.” In 2019 onderzocht de NZa de succesfactoren van de beleidsregel. Daaruit bleek een hoog succespercentage van 78%.
Advies voor potentiële gebruikers van de regeling?
Waar moeten partijen die van plan zijn gebruik te maken van de regeling aan denken? Willemien heeft een aantal waardevolle tips: “Ga niet over één nacht ijs. De regeling biedt een laagdrempelige manier om te experimenteren, maar je móet met een ziektekostenverzekeraar in gesprek om de businesscase op te stellen. Vindt de eerste het geen goed idee, dan moet je naar de volgende. Begin op tijd, verwacht niet dat je binnen drie weken kunt starten en laat je niet ontmoedigen. Probeer in je businesscase richting verzekeraar aan te tonen waar de winst zit. Is de kwaliteit van zorg beter voor de patiënt; kan die bijvoorbeeld langer thuis wonen? En vooral: betrek de NZa vroegtijdig! We spreken geregeld zorgaanbieders die een idee hebben maar nog niet weten waar ze met hun idee terecht kunnen. Wij helpen ze dan op weg. Soms ligt de beoordeling bij ons (kan het innovatieve idee al bekostigd worden?), maar soms verwijzen wij ze door naar bijvoorbeeld het Zorginstituut of naar het platform Zorg voor Innoveren. Wanneer de ziektekostenverzekeraar en zorgaanbieder al verder in het proces zijn adviseren wij ze vaak om het innovatieformat zo volledig mogelijk in te vullen en deze naar ons op te sturen. We denken heel graag mee!”