Stichting Hospital Hero ontwikkelde een app die kinderen minder angstig maakt in voorbereiding op een ziekenhuisbehandeling. Twee kinderverpleegkundigen bedachten de app, die intussen met veel succes in 4 zorgorganisaties wordt ingezet. Ook won de app recent de Klokhuis Wetenschapsprijs 2024. Charlotte Poot, bestuursvoorzitter van Stichting Hospital Hero, vertelt over hoe het zover kwam, ondersteund door 2 subsidies voor Implementatie en Opschalingscoaching. En over wat de toekomst voor deze innovatie kan brengen. 

In 2017 namen kinderverpleegkundigen Nicole Donkel en Veronique van Noort deel aan de Health Hackathon Leiden. Die wonnen ze met hun idee voor een app die bij kinderen spelenderwijs stress en angst voor een medische handeling vermindert. Het leverde veel lof op maar niet direct geld of ondersteuning waarmee ze hun idee konden verwerkelijken.

Toch ging de ontwikkeling door. In 2019 kwam Charlotte Poot aan boord. Zij deed op dat moment promotieonderzoek op het gebied van eHealth bij het National eHealth Living Lab (NeLL), onderdeel van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). ‘Ik heb geholpen om de app op te zetten,’ vertelt Charlotte. ’Eerst de ontwikkeling van een prototype, samen met een ontwerper van de TU Delft. Gevolgd door een pilotstudie op de poli van het Willem-Alexander Kinderziekenhuis, wat tijdens corona wel een uitdaging was. Die leverde mooie resultaten op. Daarna hebben we, onder andere via de implementatie- en opschalingscoaching, de start kunnen maken in het Willem-Alexander Kinderziekenhuis.’ 

Waarom een app?

Kinderverpleegkundigen zijn erin getraind om jonge patiëntjes in de spreekkamer gerust te stellen. Ze moeten vertrouwen winnen en dat gaat over het algemeen goed, volgens Charlotte. ‘Maar soms is er daarvoor geen tijd. Je kunt veel onnodige spanning wegnemen als het kind al eerder een kijkje heeft kunnen nemen in de onderzoekskamer. De geluiden heeft gehoord en daardoor niet schrikt van een apparaat dat ineens herrie maakt. Juist die kleine handelingen of gebeurtenissen kunnen voor stress zorgen. De app laat vooraf spelenderwijs zien wat de kinderen, en hun ouders natuurlijk, kunnen verwachten. Je wilt dat de allereerste kennismaking zo fijn mogelijk verloopt.’ Onderdeel van de app is daarom een dieren-zoekspel, dat een deel van de spanning kan wegnemen. Kinderen zijn dan bezig met dieren verzamelen en niet met wat er gaat gebeuren.

Ondersteunend aan de app is een toolkit beschikbaar. Die bestaat uit diverse materialen; een checklijst voor de projectleider, een presentatie, aanpasbare flyer- en posterontwerpen, beeldmateriaal, voorbeeldteksten voor social media en websites. Die maken het makkelijker maakt om de app in een organisatie in te bedden, wat de implementatie versoepelt. 

Implementatie en Opschalingscoaching

De goede resultaten van de pilot leverde veel interesse op vanuit het management van het Willem-Alexander Kinderziekenhuis. ‘De vraag werd toen hoe dit op een goede manier te implementeren,’ beschrijft Charlotte. ‘Hoe het geborgd moest worden en wat zorgverleners daarvoor nodig hadden. Wij hebben ons in eerste instantie op de app gericht, en op wat er aan technische kant aan implementatiematerialen nodig was. Minder op de invloed daarvan op onze werkzaamheden. Daarom hebben we aan twee rondes van de subsidieregeling meegedaan; nummer 5 in 2021 en nummer 7 in 2022. Er was eerst een soort inloopspreekuur, met de vraag wie een geschikte coach zou zijn.’

Coach Janneke werd toen gevonden om het implementatietraject binnen het Willem-Alexander Kinderziekenhuis te begeleiden. Vanuit het project waren de vragen: hoe implementeer je een innovatie, wat zijn de belemmerende en bevorderende factoren? Welke rollen zijn er, wat zijn hun bevoegdheden, waar ligt het mandaat, wie geeft akkoord? ‘We hadden wel zorgverleners, zoals een kinderpsycholoog, betrokken bij de ontwikkeling van de app maar nog niet in de implementatie, licht Charlotte toe. ‘Een app voor het kind waarnaar een doktersassistent niet verwijst of het dierenspel niet inzet, werkt niet. Dat was ook een vraag die ons bezighield: hoe kunnen we ervoor zorgen dat het bij zorgverleners ook meer gaat leven?’ 

Rol van de coach

Bij de inzet van de 2 subsidies voor Hospital Hero hadden de coaches verschillende rollen. De eerste was vooral praktisch van aard. Die richtte zich op het vanuit projectcontrole werken, door verschillende stappen en taken concreet maken. Verantwoordelijkheden vastleggen en bepalen hoe die zich tot elkaar verhouden. De coach nam Nicole en haar collega stapsgewijs mee in wat implementatie inhoudt en hoe dat gaat. 

‘Het tweede coachingstraject was heel anders en leverde me veel nieuwe kennis op,’ zegt Charlotte. ‘Onze vraag was toen hoe we onze impact konden aantonen. Dat hebben we met twee coaches van een consultancybureau in kaart gebracht. We hebben samen met verschillende stakeholders bepaald waar ze dachten dat de impact zat. Daaruit bleek bijvoorbeeld de inzet van de mascotte die een ziekenhuis zelf al heeft, binnen de app een grote meerwaarde te hebben.’ 

Bekostiging van de app

Hospital Hero nam tijdens het eerste coachingstraject deel aan incubatieprogramma’s van de Venture Academy in Leiden. Daarin werd de achterliggende business-case bepaald: is Hospital Hero een onderneming of alleen iets voor binnen het Willem-Alexander Kinderziekenhuis? Charlotte zegt daarover: ‘We kwamen snel tot de conclusie dat het te mooi was om de app binnen 1 ziekenhuis te houden. En we willen niet van subsidies afhankelijk zijn, want dan ben je te kwetsbaar. Dus besloten we om als spin-off van het LUMC verder te gaan; sinds anderhalf jaar als stichting. Binnen het incubatieprogramma voor startups is ook ons verdienmodel vastgesteld. Wie zijn onze betalende klanten, maar ook heel belangrijk; welke waarde voeg je toe voor wie? En ook dat we kostenbesparend kunnen zijn, want diverse afdelingen kindergeneeskunde blijken bezig hun eigen materialen te ontwikkelen of een eigen kinderwebsite op te tuigen. 

Het zijn nu de ziekenhuizen die bij ons de app afnemen. Aan de hand van welke onderzoeken zij aanbieden, richten wij die in met foto’s en teksten. Ze betalen jaarlijks licentiekosten voor het cms-beheer en dat ze elke 3 maanden nieuwe dieren voor het dieren-zoekspel ontvangen.’ 

De toekomst van Hostpital Hero

Intussen levert Hospital Hero de app aan 4 ziekenhuizen en wordt daar ingezet op de poli. Het ErasmusMC Sophia Kinderziekenhuis bekijkt ook de mogelijke toepassing op de spoedeisende hulp. Charlottes wens is dat de inzet van de app standaard wordt. ‘Binnen ziekenhuizen maar eigenlijk bij alle medische handelingen die kinderen moeten ondergaan, zoals bij de GGD of de tandarts. We vinden het wel belangrijk om focus te behouden. In eerste instantie richten we ons op ziekenhuizen, waar we ervaring kunnen opdoen. Dat doen we ook met pilots die we continue intern uitvoeren; dat werkt goed. En er is het Even Spieken-spel waarmee we de Klokhuis Wetenschapsprijs hebben gewonnen(zie kader). Dat ontwikkelen we nu ook voor afdelingen radiologie; MRI, CT en Röntgen. Samen met Stichting Kind en Ziekenhuis en 3 deelnemende centra hebben we subsidie ontvangen voor een proof-of-concept.’ 

Klokhuis Wetenschapsprijs 2024

Britt Müller, net klaar als afstudeerstudente Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft bedacht het ‘even-spieken spel’, dat als pilot draaide in het Willem-Alexander Kinderziekenhuis. Zij en Charlotte gaven het spel, gericht op bloedafname, hartecho en ECG, zelf op voor de Klokhuis Wetenschapsprijs. Uit ongeveer 70 inzendingen werd dit onderzoek 'Spieken mag niet, maar wel in het ziekenhuis', van Hospital Hero samen met 9 andere tot finalist gekozen. Die 10 maakten een promotiefilmpje van 8 seconden, waarop online gestemd kon worden. De inzending van Hospital Hero werd op 17 maart tot winnaar van de Klokhuis Wetenschapsprijs 2024 verkozen. 

De Klokhuis Wetenschapsprijs richt zich op wetenschappelijk onderzoek, dat relevant en interessant is voor kinderen op de basisschool. De winnaar van de achtste editie werd bekend gemaakt door Janouk Kelderman, presentator van het NTR tv-programma Het Klokhuis. Dat gebeurde tijdens het International Science Film Festival in Nijmegen. Het project van Ir. Britt Müller en Charlotte Poot werd uit 10 nominaties als beste geselecteerd: meer dan 8.000 kinderen van 9 tot 12 jaar brachten een stem uit. De prijs werd in 2016 voor het eerst uitgereikt. De Klokhuis Wetenschapsprijs bekroont interessant en relevant wetenschappelijk onderzoek voor kinderen van 9 tot 12 jaar. 

Aan het onderzoeksgebied van dit winnende onderzoek wordt een wetenschapsaflevering van Het Klokhuis gewijd. 

Lees verder

Tips voor andere aanvragers

‘Een passende coach vinden!’ antwoord Charlotte op de vraag of ze tips heeft voor aanvragers van de regeling voor Implementatie en Opschalingscoaching. ‘Want hulpvragen kunnen heel verschillend zijn, afhankelijk van de fase waarin jouw traject zich bevindt. Leg je vraag ook zeker neer bij het loket van Zorg voor innoveren; die kunnen je de juiste richting op wijzen.

Durf op je buikgevoel te vertrouwen en ook ergens mee te stoppen! Wij hebben gedaan wat op dat moment goed voelde, waar we potentie in zagen. We hadden niet altijd een stip aan de horizon en hebben het proces organisch laten groeien. Maar denk wel bij het begin van de ontwikkeling van je innovatie al aan de implementatie. Al is dat ook lastig omdat je soms niet weet waar je zult uitkomen. 

Wij zijn pas in een later stadium met het management in gesprek gegaan, bij de eerste subsidieronde. Dat hadden we beter eerder kunnen doen. Het is belangrijk te weten wie je er in welke fase bij moet hebben. En daarin onderscheid maken; niet vanaf het begin alle stakeholders. Dat is een ontdekkingsreis, voor iedereen geldt weer iets anders. Belangrijk is continu te blijven leren en in gesprek te blijven met stakeholders. 

Meer subsidies?

Charlotte heeft ervaren dat het soms makkelijker is om iets nieuws te bedenken en daarvoor subsidie te krijgen, dan iets bestaands op te schalen. ‘Je moet dan aan marketing en sales doen, maar dat wordt nooit door subsidies gedekt,’ betoogt Charlotte. ‘Dat vind ik wel eens lastig. Ook binnen universiteiten zijn onderzoekers erg bezig met het ontwikkelen eigen innovaties. Samen met stakeholders, maar die blijven vaak te kort betrokken. Daarom vind ik dat er meer van dit soort subsidies zouden moeten zijn!’