Hulp van een implementatiecoach: ‘Ik had zelf de tijd en tools niet’
Zorg op afstand is voor (postoperatieve) kwetsbare ouderen een effectieve behandelmethode gebleken. Via de subsidie Implementatie en opschalingscoaching (IOC) Ouderen Thuis ontwikkelde Manueel-Fysiocare een multidisciplinair online revalidatieprogramma gericht op deze specifieke doelgroep. Daarvoor werkte het therapiecentrum voor gezondheid, revalidatie en sport samen met partners uit de (para)medische gezondheidszorg. Vooral huisartsen zijn in het programma geïnteresseerd, vertelt projectleider Daphne Bos.
Zowel de noodzaak van, als de mogelijkheden voor een online revalidatieprogramma voor kwetsbare ouderen presenteerden zich rond de uitbraak van de covid-pandemie. Daphne Bos, naast projectleider ook fysiotherapeut bij Manueel-Fysiocare in Nieuwegein, vertelt: ‘We merkten dat met name ouderen angstig waren om naar de praktijk te komen. Dat was soms zelfs onmogelijk, omdat ze gebruik maakten van een taxi. Om toch te zorgen dat ze actief bleven en hun leefstijl verbeterden, zijn we begonnen met zorg op afstand. Dat deden we multidisciplinair; we betrokken de huisarts erbij en soms ook de diëtist.’
Revalidatie op afstand, hoe werkt dat?
Wat Daphne voor haar patiënten doet, gaat niet alleen over fysiotherapie. ‘Het gaat ook over leefstijl. Naast fysiotherapeut ben ik leefstijlcoach, met name voor mensen met obesitas. Dan richt ik me vooral op mensen die niet ziek zijn maar die willen afvallen, meer willen bewegen. We zien in Nieuwegein, een gemeente met een lage sociaaleconomische status, veel mensen met COPD. Die mensen worden minder actief, waardoor er meer lichamelijke klachten ontstaan. Via beeldbellen kunnen we een vraaggesprek doen over hoe het met ze gaat en waar ze tegenaan lopen. Samen de knelpunten vinden en wat er moet veranderen om weer in beweging te komen. De beweegnorm is rond 50 minuten matig intensief bewegen. Maar ik ga altijd uit van 2 keer 30 minuten oefenen per week.’
Dan kan het voor patiënten even vreemd zijn om dat via een beeldscherm te doen. ‘Er gewoon over praten helpt,’ zegt Daphne daarover. ‘Zeker als ze wat verder weg wonen en de reis naar de praktijk te belastend is, vinden ze de online mogelijkheid eigenlijk erg fijn. En als deze therapie bekender wordt, zal die acceptatie zeker makkelijker gaan.’
Implementatie en opschalingscoaching
De aanvraag voor de IOC-regeling was de eerste die Daphne deed. ‘Zorg voor innoveren kende ik wel, maar over het hoe en wat van de regeling niet,’ licht Daphne toe. ‘Tijdens een bijeenkomst hoorde ik er een coach eens over praten.
Fysiotherapeuten verdienen op dit moment alleen maar geld op het moment dat ze aan het behandelen zijn. Het is dus heel kostbaar om dingen te onderzoeken of te implementeren. En als fysiotherapeut weet ik niet veel van onderzoek en implementatie. Daarom heb ik de IOC aangevraagd’. Die aanvraag vond Daphne nog best een klus. ‘De eerste keer heb ik de aanvraag teruggekregen, dus dat kostte extra tijd. Inmiddels heb ik het vaker gedaan dus weet ik een beetje hoe of wat.’
Bijdragen van de coach
Daphne is blij met wat de coach heeft kunnen bijdragen aan haar project. ‘Sowieso het hele project starten. Ik had zelf niet de tijd en de tools gehad om het met meer dan twee patiënten te doen,’ verklaart ze. ‘De coach heeft een stappenplan geschreven en ik heb me daar netjes aan gehouden. Ik heb heel gestructureerd onderzoek gedaan, heel specifiek voor Nederland; wat is de doelgroep, wat zijn de inclusiecriteria en exclusiecriteria. En geëvalueerd; vastgesteld wat handig is om te doen en wat minder handig. Ik vond het fijn om bij de hand te worden genomen in het hele proces. Ik heb heel veel geïnvesteerd in relaties. Zoals met huisartsen, dat deed ik daarvoor niet. Ik ben natuurlijk afhankelijk van zowel ziekenhuizen als verwijzer, als huisartsen die verwijzen. De coach heeft daarin veel betere contacten. En door haar ervaring binnen de zorg, weet ze ook hoe het werkt in het bedrijfsleven. Dat was voor mij heel nuttig.’
Resultaten van het project
Het IOC-traject van Daphne heeft goede resultaten opgeleverd, vindt ze. Dat patiënten bijvoorbeeld beter scoren op de 6-minuten wandeltest. ‘Ik zie dat ze een grotere loopafstand hebben ontwikkeld. En dat ze goed scoren op gewichtsverlies en andere keuzes maken wat betreft hun leefstijl. Door de subsidie konden we het thema online revalidatie beter op de kaart zetten, want daar liggen kansen. Ik vind innovatie in de zorg erg belangrijk. Het moet wel bij je passen: er zijn genoeg fysiotherapeuten die liever alleen patiënten in de praktijk zien. Maar ik denk dat onderzoek doen en proberen je vak naar een hoger niveau te helpen, altijd iets oplevert. Ook als je ontdekt dat het niets voor jou is.’Daarnaast ziet Daphne het als winst dat mensen thuis online revalidatie makkelijker kunnen vinden.
‘Wat me positief verrast heeft, is het contact met de huisartsen. Dat ze voor veel dingen openstaan, scheelt enorm. Als ik nu een vraag heb over een patiënt, maak ik makkelijker contact om te overleggen. Dat was vóór dit project niet denkbaar.’
Volgende stappen
Een vervolg van haar onderzoek zou Daphne graag doen. Maar de tijd daarvoor wordt vanuit de verzekering niet betaald; dat ziet ze wel als een uitdaging. Toch doet ze mee aan een onderzoek voor mensen met darmkanker, in samenwerking met het St. Antonius Ziekenhuis. Deze oncologiepatiënten zijn vaak te laag belastbaar voor een operatie. ‘Daarom gaan ze 4 weken intensief trainen, legt Daphne uit, ‘maar daarnaast krijgen ze nauwelijks informatie over voeding en zelf wegen; ik denk dat daar via online nog veel winst te behalen is.’
Ook ziet ze kansen voor mensen in begeleid wonen, vanwege een vorm van autisme of een andere aandoening. ‘De therapie die zij krijgen is regulier in de vorm van groepsbijeenkomsten. Maar dat is voor die mensen helemaal niet geschikt. Ook daarvoor zou je online groepsbijeenkomsten kunnen inzetten. Naast ouderen behandelt Daphne regelmatig long-covid patiënten op afstand. ‘Zij zijn soms zodanig laag belastbaar dat ze niet naar de praktijk kunnen komen. Daar zou ook online behandelen uitkomst kunnen bieden.’