Hulpmiddel bij samenwerking: de regioanalyses van NZa
Samenwerking wordt binnen de zorg een steeds belangrijker thema. Bijvoorbeeld om initiatieven een makkelijkere start te geven, duplicatie te voorkomen of financiering eenvoudiger te maken. In het kader van passende zorg, zoals beschreven in het Integraal Zorgakkoord (IZA), is samenwerking niet weg te denken. Tegen die achtergrond maakt de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) een aantal regioanalyses beschikbaar. Die maken het vinden van potentiële samenwerkingspartners een stuk simpeler.
Passende zorg is zorg die past bij de zorgvraag van de patiënt en op de juiste plek beschikbaar is, in effectieve (regionale) samenwerking tussen zorgaanbieders in zorgnetwerken. In het Integraal Zorgakkoord (IZA) hebben partijen afgesproken actuele regiobeelden en –plannen op te stellen om tot organisatie van passende zorg te komen. Om verantwoorde keuzes te kunnen maken vanuit het perspectief van burgers, is informatie nodig. De regioanalyses van de NZa voor 31 zorgkantoorregio’s en 11 ROAZ-regio’s helpen daarbij. De analyses zijn voor iedere regio op dezelfde manier uitgevoerd en bieden gegevens over de populatie, het zorggebruik en de toegang tot zorg in de regio. Dit maakt inzichtelijk waarin een regio zich onderscheidt van andere regio’s.
Zelf aanvullen op analyses
Partijen kunnen de informatie in de regioanalyses gebruiken om hun regionale acties en samenwerking vorm te geven en te versterken. De analyses bieden regionale zorgpartijen handvatten bij het in kaart brengen van kansen om de gezondheid in de regio te verbeteren en knelpunten weg te nemen. Daarnaast kunnen ze analyses zelf aanvullen met specifieke kenmerken van de regio en eigen informatie over vraag naar en aanbod van zorg.
Regiobeelden van het RIVM
Ook het RIVM biedt veel regionale inzichten op de site Regiobeeld.nl. Die rapportages zijn ingedeeld op de thema’s Zorggebruik, Zorgaanbod, Gezondheid en leefstijl, Bevolking, Sociale omgeving en Fysieke omgeving. Daarnaast zijn ze vindbaar via onderwerp, op de site van het RIVM ‘indicatoren’ genoemd.