Regionaal samenwerken: ‘Met een complexe zorgvraag red je het niet binnen je gemeente’
Zillah Holtkamp is GZ-psycholoog, IMH-specialist en mede-eigenaar van IMH (Infant Mental Health) Nederland. Ze maakte gebruik van de regeling Implementatie- en opschalingscoaching van Zorg voor innoveren voor haar onderzoek naar gezinnen met psychische klachten. In dat traject ontdekte ze dat samenwerken binnen de regio niet alleen slim is maar dat je veelal ook niet zonder kunt. Wat heeft de regeling haar nog meer gebracht?
Een opvolging van zorgpartijen
De doelgroep van IMH Nederland is het gezin in de fase tussen kinderwens, zwangerschap en kinderen tot 7 jaar. In die levensfase komt een aaneenschakeling van organisaties langs. “Ouders krijgen in elke fase van het ouderschap met nieuwe instanties te maken,” stelt Zillah. “Die moeten elkaar goed kennen om ouders soepel van de ene naar de andere halte in de ontwikkeling te begeleiden. En dat kan gewoon niet zonder samenwerking op lokaal en vooral regionaal niveau.”
Vaak hebben ouders nog geen zorgvraag. Maar ook dan krijgen ouders of kinderen al met verschillende professionals te maken, zoals de verloskundige, huisarts, consultatiebureau, kinderopvang en onderwijs. Als er toch een zorgvraag ontstaat, moet de hele rij reguliere instellingen gaan communiceren met zorgaanbieders. Bij jonge kinderen speelt de zorgvraag vaak op meerdere ontwikkelingsgebieden zoals gedrag en taalontwikkeling. En als ook ouders hun eigen vragen hebben lopen binnen de volwassen GGZ, beïnvloedt dat elkaar. “Als je niet oppast, zit je dan met minimaal 6 partijen aan tafel, zelfs bij een simpele zorgvraag,” legt Zillah uit.
Draaiboeken voor samenwerking
Het onderzoek van Zillah leidde tot de ontwikkeling van draaiboeken voor verschillende zorgpaden. Daarvoor werd met professionals en ouders gesproken, en was er input op regionaal en zelfs landelijk niveau. Zillah licht toe: “De draaiboeken beschrijven dat er op gemeenteniveau een basisteam van samenwerkende professionals met specifieke kennis over gezinnen met jonge kinderen nodig is. Maar ook dat, als een zorgvraag complex wordt, je het niet redt binnen je eigen gemeente. Dan is bredere expertise nodig; dan moet je echt die specifieke medisch specialist uit Utrecht hebben bijvoorbeeld. Niet voor de behandeling maar consultatief. Om de behandelaar die op regionaal of gemeenteniveau zit, tips en trucs te geven om in een casus verder te kunnen.” De draaiboeken bieden een kader met een breed palet aan mogelijke keuzes om samenwerkingen in te richten.
Elkaar kennen en dezelfde taal spreken
Trainingen van zorgprofessionals gebeuren nu vaak monodisciplinair. Je komt andere disciplines vaak niet tegen tijdens een cursus. Door multidisciplinair op te leiden, stimuleer je samenwerking. "Wij willen een gedeelde taal en een gedeelde manier van kijken naar diagnostiek en behandeling bereiken". Een onderdeel van de netwerksamenwerking die in de draaiboeken beschreven staat, is dan ook regionale scholing. Waarbij een arts in de groep, ook de fysiotherapeut en de leerkracht van het onderwijs ontmoet. “Zo leer je in Nederland elkaars werelden en vakgebieden veel beter begrijpen. En dat gebeurt op regionaal niveau: bij de training wordt ook de informele tijd benut: koffiemomentjes, de pauze. Die leiden tot informele relaties en werkbezoeken.”
Daarnaast benadrukt Zillah het belang van professionals van verschillende organisaties die dezelfde taal spreken. Zodat er op tijd bijgestuurd kan worden in zorgtrajecten. Daarvan heeft Zillah een concreet voorbeeld. “De breinontwikkeling van het jonge kind gaat heel snel. Dan is een gevaar dat een zorgverlener besluit zes maanden niets te doen aan een kwestie die niet zo ernstig lijkt. Een volgende therapeut kan dan zeggen: ‘had me er drie maanden geleden bij geroepen, dan hadden we deze zorgvraag al kunnen oplossen.’ Daarom is het bij deze doelgroep essentieel dat behandelaars elkaar kennen.”
Coach helpt hoger innovatieniveau te bereiken
Aanvankelijk ging Zillah ervan uit dat ZonMw alleen grote subsidies verleende. Maar een innovatiecoach die ze al kende, wees haar op de regeling voor coaching. Na een soepel verlopen aanvraag en toekenning, kijkt ze positief op de rol van de coach terug. Zillah: “Een innovatiecoach kijkt vanaf een afstand mee en zorgt voor scherpte in de vraagstukken. En stelt kritische vragen over de zorginhoud maar ook over hoe een hoger innovatieniveau te bereiken. Onze coach maakte duidelijk welke stappen horen bij procesinnovatie en hoe je zorgt voor draagvlak met de samenwerkende partijen.
Tips voor aanvragers van de regeling
In het najaar start een nieuwe subsidieronde Implementatie- en opschalingscoaching. De subsidie is deze keer bedoeld voor onderzoeken specifiek gericht op doeleinden van het overheidsprogramma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). “Zoek een coach die jouw doelgroep kent of die past bij je onderzoeksvraag, adviseert Zillah. “En betrek die vanaf de eerste fase; laat die meeschrijven met de aanvraag. Dan kun je op het moment dat je de subsidie krijgt toegewezen, direct aan de slag met de uitvoering van het plan.”