Ruimte voor klik tussen cliënt en professional is sleutel tot succes A&A Thuishulp
De regeling voor Implementatie- en Opschalingscoaching (IOC) van Zorg voor innoveren heeft aanvragers mooie resultaten bezorgd. Een flink aantal zorginnovaties is daarmee een stap dichter bij structurele toepassing gekomen. De zesde ronde van de originele IOC-regeling werd afgesloten in 2022. Een nieuwe ronde richt zich op Ouderen Thuis. In deze interviewreeks spreken we maandelijks met een IOC-aanvrager, waarbij we ingaan op de rol van regionale samenwerking bij innovatie. Dit keer spreken we met Jan-Willem Hoogeweegen, oprichter en directeur van A&A Thuishulp.
In de ouderenzorg is een groeiende behoefte aan ondersteuning met een menselijk gezicht. Persoonlijke aandacht die de client praktisch helpt en eenzaamheid helpt tegengaan. Dat is precies wat A&A Thuishulp doet, en ook nog op een bijzondere manier. Cliënten en hulpverleners wonen veelal in dezelfde omgeving en kiezen alleen voor elkaar als er onderling een klik is. Dat idee blijkt goed te werken en daarom wil A&A Thuishulp graag uitbreiden. Jan-Willem beantwoordt onze vragen over de coaching en de beoogde groei.
Wat biedt A&A Thuishulp?
“Wij bieden ondersteuning thuis bij met name ouderen. Wij hebben hiervoor contracten voor de Wmo met een aantal gemeenten en met de zorgkantoren CZ, VGZ en Zilveren Kruis. Wij zetten in op de klik tussen de oudere en de zorgverlener. Dat beiden het fijn vinden, dat ze bij elkaar in de buurt wonen, wat een band schept. Het voordeel van A&A Thuishulp is voor de medewerkers dat ze uren kunnen werken die hen uitkomen, bij cliënten waar ze een klik mee hebben. De cliënten wonen veelal bij hen in de buurt en ze houden ook langdurig dezelfde cliënten. Dit vinden medewerkers fijn en hierdoor groeit ons aantal medewerkers. Een groot voordeel voor cliënten en mantelzorgers is dat A&A Thuishulp hierdoor veelal relatief snel een passende medewerker voor hen heeft. De cliënten zijn blij dat ze een medewerker krijgen waar ze zich op hun gemak bij voelen en die ook lange tijd hun vaste medewerker blijft. Met name mensen met dementie zijn gebaat bij de rust van een vaste passende medewerker, maar in de praktijk zien we dat eigenlijk alle cliënten en hun mantelzorgers dit fijn vinden.”
Waarin maken jullie het verschil?
“Wij kijken naar de behoefte van de medewerker. Die wil veelal in de buurt werken, met vaste cliënten en voor langere tijd. Op tijden dat die ze zelf wil werken, bijvoorbeeld alleen tijdens schooluren voor moeders. We hebben ook veel 55-plussers die niet meer een volledige baan willen, maar wel graag een aantal ouderen wekelijks ondersteuning bieden. Wij stellen de cliënt en dienstverlener aan elkaar voor. De cliënt mag uiteraard kiezen voor iemand anders, maar de zorgprofessional mag ook altijd zeggen of zij zich prettig voelt bij de cliënt.
Daarnaast werken we met relatief veel coördinatoren en planners. Daardoor hebben zowel cliënten als dienstverleners makkelijk contact met ons. En als er vragen zijn of zaken die onderling niet goed lopen, dan kijken we samen naar een oplossing. We zien ook dat dienstverleners het fijn vinden dat ze makkelijk en prettig contact hebben met de coördinatoren en planners, waardoor zij hun cliënten beter kunnen ondersteunen.”
Wat heeft de inzet van de coach jullie concreet gebracht?
“Met name ons verhaal duidelijk over de bühne te krijgen. Bij gemeenten, maar ook bij allerlei zorgorganisaties in het veld. Want hun casemanagers dementie en wijkverpleegkundige verwijzen ook veel naar ons door. Het is dankzij de coach dat we diverse zorgorganisaties en gemeenten gesproken hebben, ons verhaal duidelijker konden doen. Zodat we in die buurt goed samenwerken met allerlei partijen. De coach hielp ons met het vinden van de juiste contacten en had er zelf ook een aantal nuttige. Hij is een aantal keer mee geweest naar de gesprekken; daar wist hij de juiste vragen te stellen, dingen anders te verwoorden. Hij kan denken vanuit het belang van de ander omdat hij als relatieve buitenstaander veel minder in de details zit. Wat we tijdens dit traject geleerd hebben, is het belang van samenwerking met al die partijen.”
Hoe staat het inmiddels met de beoogde groei?
“We waren oorspronkelijk al actief in Rotterdam Rijnmond. Voor het coachtraject begon, hadden we sinds een aantal maanden contracten met gemeenten Hoeksche Waard en Voorne aan Zee. De coach heeft ons geholpen ons verhaal daar goed neer te zetten bij relevante doorverwijzers. Inmiddels hebben we ook contracten in Nissewaard en Krimpen aan den IJssel. En we hebben nu naast contracten met de zorgkantoren VGZ en Zilveren Kruis ook een contract CZ-zorgkantoren. Dus we hebben een goede basis gelegd waarop we kunnen uitbouwen. Gemeenten en zorgkantoren zeggen voor ons te kiezen omdat het ons lukt om voldoende goede medewerkers te vinden, waaronder veel zij-instromers. Wij kunnen veelal binnen afzienbare tijd hulp leveren. Cliënten en medewerkers zijn bij ons tevreden, dat spelen ze ook terug.
We krijgen veel nieuwe cliënten. In het begin was dat vooral voor huishoudelijke ondersteuning. Veel via de Wmo. Inmiddels krijgen we ook steeds meer Wlz-begeleidingscliënten, al verschilt dat per regio. We zijn sinds 6 maanden ook in Utrecht aan de slag, en daar groeien we ook. Zo geeft een casemanager dementie aan dat hij ons goud waard vindt: ‘Altijd goed bereikbaar, jullie denken enorm mee in alle casussen, zijn snel inzetbaar, en bovenal: leveren zorg op maat. Dit maakt echt dat veel van onze cliënten écht langer thuis kunnen blijven wonen en functioneren.’”
Hoe had jullie project er uitgezien zonder regionale samenwerking?
“Ik denk dat je in de markt van ouderenzorg alleen maar kunt werken met goede regionale samenwerking. De zorg is erg complex, er is geen enkele organisatie die het alleen kan. Je moet contracten hebben met gemeenten en zorgkantoren. Mensen beginnen met een Wmo-indicatie maar naarmate ze ouder worden en meer kwalen krijgen, stromen ze door naar de Wlz. Dan wil je kunnen blijven leveren; als je geen contract hebt met een zorgkantoor, lukt dat niet meer. Je werkt ook nauw samen met de zorgorganisaties want het zijn vaak hun casemanagers dementie en wijkverpleegkundigen die zicht hebben op welke cliënten begeleiding nodig hebben en daar een organisatie bij zoeken. En je hebt contact met diverse andere partijen rond welzijn voor de cliënt om te zorgen dat je samen de juiste ondersteuning kunt bieden.
We werken nu al met 3 zorgkantoren samen, die in verschillende regio’s zitten. Er zijn onderling verschillen, maar ik denk dat er voor meer dan 90% hetzelfde gewerkt wordt. Regionale samenwerking zit meer specifiek op bepaalde cliënten of cliëntgroepen. Daarvoor is het goed om elkaar te kennen en weten te vinden. Wat ergens goed werkt, kun je op een andere plek toepassen, je kunt elkaars leerpunten gebruiken.”
Wat is het plan voor jullie volgende voucher-traject?
“Ouderen denken vaak dat ze alles nog zelf kunnen en geen hulp nodig hebben. En die alleen willen van hun eigen partner en kinderen. Maar die mantelzorgers wordt het op een moment te veel. En pas op dat moment gaan ze op zoek naar hulp en dan ben je eigenlijk al te laat. Wij bekijken hoe we mensen kunnen stimuleren eerder op zoek te gaan naar begeleiding. Dat kan in het begin heel weinig zijn, bijvoorbeeld voor iemand met beginnende dementie. Die kan starten met eens in de maand thuishulp, om de zorgverlener vast te leren kennen. Naarmate de dementie vordert en er meer hulp nodig is, dan is die makkelijker uit te bouwen. Als iemand verder gevorderde dementie heeft, dan is die vaak wantrouwiger en is hulp veel moeilijker goed op te starten. Tijdig opstarten vormt een soort ingroeimodel. Kosten beginnen dan eerder maar uiteindelijk denk ik dat het voor gemeenten en zorgkantoren toch voordelig is. Als je te laat start dan vraagt dat direct meer zorg, wat tot meer problemen en ook hogere kosten leidt.”
Heb je tips voor andere organisaties?
“Als eerste: op tijd indienen! Bij een eerdere ronde waren we te laat, want de regeling zat al vol. Verder; denk ruim van tevoren na over jouw uitdaging, wat de coach zou moeten bijdragen en wie je daarvoor als coach je zou willen hebben. Helder definiëren wat je met de coach wil, een concreet stappenplan maken; wat gaat hij wanneer doen? En jouw activiteiten als organisatie vastleggen. Dat moet bij je aanvraag al concreet zijn. En bereid ook scenario’s voor; wat doe je als er iets tegenvalt of niet loopt zoals je verwacht.”
Nieuwe ronde IOC-regeling
Op 12 september gaat ronde 2 van de regeling Implementatie- en opschalingscoaching Ouderen Thuis open. Deze regeling wil bijdragen aan het beter, sneller en duurzamer implementeren en opschalen van zorginnovaties. Die innovaties maken het voor ouderen mogelijk langer zelfstandig thuis te wonen.