Zorg voor innoveren is een samenwerkingsverband van 5 overheidspartijen. In een serie interviews laten we die partners aan het woord over welke rollen ze spelen binnen die samenwerking. Deze keer spreken we met twee vertegenwoordigers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dat zijn Lars Siemeling, Senior Beleidsmedewerker Zorginnovatie & Monitoring en Senior Beleidsmedewerker medische technologie Maarten de Ruijter. 

Wat zijn jullie rollen binnen Zvi?

Lars: ‘Ik ben vanuit VWS opdrachtgever maar sluit ook aan bij de werkgroep waarin alle afgevaardigden voor Zorg voor innoveren zitten. Ruim een half jaar geleden ben ik aangenomen bij VWS binnen de directie Zorgverzekeringen, team regionale samenwerkingen en zorgvernieuwing. Ik kende Zvi al vanuit een eerdere functie als projectleider bij Connected Care. Dat is een programma binnen het Isala Ziekenhuis, gericht op het monitoren en behandelen van patiënten thuis of dichtbij huis, vaak in samenwerking met andere zorgorganisaties in de regio.’ 

Maarten kende Zvi al via zijn eerdere functie bij ZonMw. ‘Vanuit de directie Geneesmiddelen en Medische Technologie (GMT) van VWS zijn we al een paar jaar betrokken bij Zvi, deels via het leveren van expertise, soms via aanvullende opdrachten. Zoals vorig jaar omdat we extra aandacht wilden voor de Europese wetgeving voor medische hulpmiddelen. GMT wil het innovatieklimaat voor medische technologie helpen verbeteren en daar zien we een rol voor Zvi. Als informatiepunt, als netwerk voor zorginnovatoren, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Sinds dit jaar betaalt GMT structureel mee aan Zvi, om de aandacht voor medische technologie en innovatie te kunnen blijven waarborgen binnen Zvi. Vanuit die gedachte zit ik in het programmateam.’ 

Wat zijn de leukste aspecten van jullie bezigheden?

‘Laatst was ik bij het Innovatiecafé AI in de zorg,’ vertelt Lars enthousiast. ‘Dat zijn goed opgebouwde events, waar zorgondernemers en zorgaanbieders rondlopen. Die kunnen daar verschillende systeempartijen ontmoeten. Presentatie benaderen thema’s vanuit verschillende invalshoeken, maar er is ook ruimschoots gelegenheid voor netwerken. Daarvan kom ik heel enthousiast thuis! En ik was blij er ook VWS-collega’s die niet in het Zvi-team zitten, te zien. Die kunnen ook veel info ophalen voor het traject waarmee zij bezig zijn, dat geeft inspiratie.’ 

‘Binnen Zorg voor innoveren kunnen in principe alle partijen die nodig zijn voor zorginnovatie, vanuit de overheid bij elkaar komen,’ vult Maarten aan. ‘Zvi probeert ook de benodigde partijen uit het veld bij elkaar te brengen, waarmee we 1 loketfunctie kunnen organiseren. Eén enkel aanspreekpunt, dat is het mooie aan Zvi.’ 

Welke vaardigheden kunnen jullie het beste kwijt in jullie functie?

‘Ik ben een verbinder en kan het grote plaatje zien,’ verklaart Lars. ‘Mijn sterkte zit in een brug kunnen slaan tussen het beleid van VWS en concrete activiteiten en de strategie van Zorg voor innoveren. Ik kan keuzes maken binnen het beleid en koppelen aan het verhaal van Zvi en zorgen dat mensen elkaar kunnen vinden.’ 

Maarten zegt daarover: ‘Op het gebied van innovatie van medische technologie heb ik jarenlange ervaring. Ik ken ondertussen het veld ook goed; we spreken veel met bedrijven, met koepels en innovatoren. Als overheid krijgen we op die manier te horen waar zaken knellen. Met instrumenten zoals Zorg voor innoveren proberen we voor die problemen in het veld oplossingen te vinden. Via de kennis die Zvi verspreidt over bijvoorbeeld de mogelijkheden van financiering, en bij onduidelijkheid over wet- en regelgeving.’ 

Welke uitdagingen liggen er voor jullie?

Lars: ‘Ik geloof erg in de kracht van Zorg voor innoveren. Maar ik zie wel eens loketvragen van ondernemers voorbijkomen waarbij ik denk “was maar een half of heel jaar eerder met deze vraag gekomen, dan hadden we je toen al verder kunnen helpen”. De bekendheid bij de doelgroep is een uitdaging. Daarom heeft Zvi een onafhankelijk extern onderzoek gestart om in kaart te brengen hoe Zvi wordt gevonden.’ 

Maarten gaat daarop verder: ‘Eigenlijk zouden we als overheid moeten zorgen dat we hén weten te vinden. Dan kunnen wij de informatie leveren waarvan we weten dat ze die nodig hebben, terwijl ze dat zelf misschien nog niet weten. Ik denk dat zorginstellingen en zorginnovatoren Zvi sneller weten te vinden dan productinnovatoren, want dat is net een ander wereldje. Het blijft altijd lastig om alle partijen te bereiken. Vanuit VWS bekijken we samen met ZonMw hoe dit beter kan.’ 

Wat stimuleert je op dit moment?

Lars: ‘De kennis die er binnen de werkgroep aanwezig is, de bevlogenheid van de mensen die eraan werken, daar krijg ik energie van. De drang om het voor de vraagsteller, de zorgaanbieder of ondernemer, tot op de bodem uit te zoeken en ze niet met een hapklaar antwoord naar huis te sturen.’ 

Maarten: ‘Waar op dit moment veel om te doen is, is de wet- en regelgeving rond MDR en IVDR. Die zorgt voor veel onduidelijkheid bij innovatoren; ze komen er vaak te laat achter dat ze aan bepaalde zaken moeten voldoen. Waar we als overheid nu op inzetten is meer kennisverspreiding over die wet en regelgeving zodat die belemmeringen op zijn minst kunnen beperken. En Zorg voor innoveren focust op dit moment op de verspreiding van extra informatie. Deloitte is ingehuurd om een Handreiking certificeringsproces notified bodies bij MDR en IVDR te schrijven die op de Zvi-website is gepubliceerd en er komt een podcastserie over het thema. Er was dit jaar een speciaal event aan gewijd, er is informatie over te vinden in de kennisbank; dat zijn activiteiten waarvan ik hoop dat ze resultaten gaan opleveren.’